Zonder te vervallen in de stereotype adviezen van “val maar eens een paar kilo af” of “ga gewoon trainen” of zelfs “koop een e-bike” wil ik eens een paar dingen op een rijtje zetten die je aan je fiets kunt doen om te zorgen dat je op je fiets het gevoel krijgt dat het allemaal weer een stuk lekkerder gaat.
Daarbij geef ik aan hoeveel moeite en geld het kost en hoe effectief het is.
Wat doen? | Scheelt het? | Kost het moeite en tijd? | Kost het geld? |
Pomp je banden goed op | ++ | 5 minuten | 0 |
Overweeg andere banden | + | 1 uur | € 40 – 100 |
Stel je fiets goed af | + | 5 min. – 2 uur | € 0 – 100 |
Haal die big shoppers er af! | ++ | 10 minuten | 0 |
Verwijder overbodige onderdelen | ± / + | 10 min. – 1 uur | 0 |
Smeer hem! (en zorg dat je remmen niet aanlopen) | ± (als remmen aanlopen: ++!) | 2 min – 1 uur | 0 |
Kleding | + | 0 | 0 |
Als laatste: kies een prettige route | ± | 0 | 0 |
Pomp je banden goed op
Het is een open deur: op te zachte banden is het zwaarder fietsen. De invoering van de antilekbanden heeft dit effect nog een stuk sterker gemaakt omdat je met te zachte banden ook steeds de dikke antileklaag aan het vervormen bent.
Toch zie ik veel mensen fietsen met een achterwiel waarvan de velg nog net niet de grond raakt. Dan is de band niet een beetje te zacht maar véél te zacht. Pomp je banden daarom op met een fietspomp met manometer. De maximale druk die in je band mag staat op de zijkant. Rekenhulp: voor mensen met een gewicht van 100 kilo of meer is die maximale druk een goede richtlijn voor de achterband. In de voorband hoeft een stuk minder omdat daar veel minder gewicht op rust. Als je lichter bent dan 100 kilo mag de druk in beide banden navenant lager – evenredig met het gewicht van berijder + fiets + bagage.
Naast dat je minder moeite hoeft te doen om vooruit te komen gaan goed opgepompte banden ook langer mee en raken ze minder snel lek.
Afbeelding: 6 bar is in dit geval het maximum
Overweeg andere banden
Dit is misschien niet iets om vandaag te doen maar meer iets om in je achterhoofd te houden als er nieuwe banden nodig zijn.
De keuze aan banden is tegenwoordig verwarrend groot. Het lijkt alsof ze allemaal worden aangeprezen als de beste, lichtlopend en niet lek te krijgen. Toch zijn er flinke verschillen. Grootste gemene deler is dat voor niets de zon op gaat: banden die heel licht lopen gaan meestal iets sneller lek of zijn niet heel sterk en banden die niet stuk te krijgen zijn hebben die eigenschap meestal niet gekregen door magie maar zijn een stuk stugger.
Sommige antilekbanden lopen zelfs best wel licht op glad asfalt, maar gaan de mist in als je over de vele kasseien hier in de buurt moet; dan wordt het een hobbelige en stroeve rit. Wat lucht uit die banden laten werkt niet echt, want dan gaan ze echt zwaar fietsen.
Een ideale oplossing is er niet. Iedereen zal zelf een afweging moeten maken. Als je maar weinig kilometers maakt en regelmatig langs het industrieterrein (Beatrixhaven!) moet met zijn keramische-, glas- en afvalverwerkende bedrijven kies je uiteraard voor de stevige antilekband. Als je daar niet hoeft te zijn maar vooral over schone wege gaat en veel kilometers wilt maken zijn er prettigere versies.
Zelf fiets ik al een tijd naar tevredenheid op Schwalbe Almotion banden, al zijn die wel een beetje aan de prijs.
Stel je fiets goed af
Een auto-accu hoog optillen met gestrekte armen of tien stevige schroeven in het plafond draaien zijn dingen waarvan iedereen weet dat het zware klussen zijn omdat een onaangepaste lichaamshoudig het zwaar maakt.
Voor een fiets is dat niet anders. Toch zie ik op straat soms fietsers waarvan ik vermoed dat ze niet graag fietsen omdat ze zich erg ongelukkig moeten voelen om zo op de fiets te zitten of er zelfs op meerdere plaatsen pijn van krijgen als ze een heel uur zouden fietsen.
Ik wil vooropstellen dat je op zijn minst ongeveer de juiste maat fiets hebt. Als dat niet zo is dat wordt het dus zaak om een keer een andere fiets te kopen. Maar als dat nog niet aan de orde is kun je waarschijnlijk ook winst behalen. Sterker zelfs: veel mensen denken een verkeerde maat fiets te hebben terwijl dat helemaal niet het geval is.
Ook wordt wel eens vergeten dat de beste afstelling van je fiets toen je 18 was niet meer dezelfde hoeft te zijn als de beste afstelling van nu. In je tienerjaren was jij waarschijnlijk net als ik gemaakt van rubber, paste overal op en was onbreekbaar. Naarmate je ouder wordt, wordt de buigbaarheid van je eigen onderdelen toch wat minder en willen veel mensen rechter op de fiets zitten. Als het stuur dan ver weg blijft te staan is het resultaat dat er met gestrekte armen wordt gefietst met als onvermijdelijk resultaat pijntjes in armen, schouder en omstreken.
Aan de andere kant is het ook niet bepaald ideaal om zo rechtop mogelijk te zitten. Dan vang je extra veel wind wat de snelheid niet ten goede komt en heb je ook niet de beste controle over je fiets. Ook worden rug en zitvlak dan exra belast omdat je met het volle gewicht op het zadel zit. Helaas zie ik in de praktijk met name senioren, en dan vooral dames, met een stuur dat bijna op schouderhoogte is ingesteld. In zo’n geval is goed reageren op een overwachte situatie middels sturen of flink remmen nauwelijks meer mogelijk.
Kijk er daarom eens goed naar of ga naar een goede fietsenmaker om er naar te laten kijken. Als je fietsenmaker er met een paar onverstaanbare woorden, een blik op je postuur en het iets in hoogte verstellen van je zadel klaar mee is neem dan gerust een andere fietsenmaker. Een goede afstelling van een fiets kost meer werk en hoeft ook niet gratis te zijn, al is het bij het aankopen van een nieuwe fiets natuurlijk wél vanzelfsprekend inbegrepen.
Misschien heeft je fiets een paar nieuwe onderdelen nodig zoals een andere stuurpen of een ander stuur. De prijzen van die onderdelen zijn gelukkig niet erg hoog, zeker vergeleken met de prijs van een nieuwe fiets, die op zich ook geen garantie geeft op succes.
Het hoeft misschien niet veel te schelen, maar het kán wel veel schelen. Uiteindelijk kan het zelfs zo veel schelen dat je lekkerder fietst op een fijn afgestelde fiets van de bouwmarkt – normaliter niet bepaald aan te raden – dan op een dure fiets van 4500 euro van de merkdealer.
Even iets tussendoor: vergeet ook het zadel niet. Je fiets wordt er niet sneller van, maar zadelpijn kan je echt van de fiets wegjagen, en dat is niet nodig. Misschien iets om een andere keer te bespreken.
Voor wie zelf aan de slag wil met afstellen heb ik deze link naar een pdf-document. Het is weliswaar tevens een reclamefolder voor een leverancier van onderdelen maar het is een van de meest duidelijke omschrijvingen van hoe je, afhankelijk van je wensen en omstandigheden, je fiets kunt afstellen:
Ergotec-Ergonomie.pdf
Haal die big shoppers er af!
Voor op de boodschapenfiets of voor het stukje naar je werk zijn ze heel handig: de enorme overgooitassen voor op je bagagedrager. Alles wat je mee wilt nemen kwak je er in en je hebt er geen omkijken naar. Maar als je eens een lekker stukje wilt fietsen is het toch wel merkbaar dat zulke vierkante tassen veel wind vangen. Als je wat lekkerder wilt fietsen en je hebt ze niet nodig haal ze er dan af. Het kost niks.
Verwijder overbodige onderdelen
De big shoppers zijn de meest remmende dingen die je aan je fiets kunt hangen, maar ook alle andere zaken aan je fiets die niet direct een functie hebben hebben zeker geen functie in het voorwaarts gaan. Het is niet toevallig dat wielrenners wel héél weinig spulletjes aan hun fets hebben hangen. Loop daarom je fiets eens na of je wel nodig hebt wat er aan zit. Hoe vaak gebruik je die voordrager echt? De spatlappen vangen veel wind maar fiets je wel in de regen met die fiets? Hetzelfde geldt voor de verlichting: misschien is een opkliklampje voor de paar keer dat je in de duisternis fietst wel genoeg. Een verende zadelpen is ook een energievreter die je er misschien het best af kunt halen. De verende voorvork verwijderen is helaas lastig.
Anderen gaan op fietsen die alleen voor zonnige tochtjes gebruikt worden verder: spatborden en soms zelfs de achterdrager blijken overbodig. Op de keper beschouwd kun je ook naar de fietsenmaker gaan om een héél snelle fiets te kopen maar het voornaamste kenmerk daarvan zal zijn dat al die onderdelen er niet aan blijken te zitten, wat dan nog een aardige duit kost ook.
Afbeelding: niks overbodigs
Smeer hem! (en zorg dat je remmen niet aanlopen)
Het is voor de hand liggend. Zorg voor een goed gesmeerde ketting. Als een ketting al bruin is van de roest is er waarschijnlijk nauwelijks meer eer aan te behalen, maar ook voor die tijd is het effect van een paar druppels olie gewoon prettig. Het maakt voor het fietsen daarbij nauwelijks uit wat voor olie dat is. Als je ketting flink versleten is kost je dat ook wat energie. Dan is het tijd voor een onderhoudsbeurt. Afhankelijk van hoe lang je met dat onderhoud te laat bent gaat dat ook extra geld kosten aan cassettetandwielen en voorbladen, maar dat is idee voor een ander artikel.
Kleding
Toch iets dat niet onder de fiets valt: kleding. Gisteren fietste ik ze weer voorbij: fietsers met winterkleding die ontdekt hadden dat het bijna 20 graden was en daarom hun lange grote jas open hadden gemaakt. Het flinke zeil dat daardoor gemaakt was haalde de snelheid er behoorijk uit. Dat is natuurlijk een extreem geval. Het andere uiterste is een wielrenpakje: ook niet iets wat voor iedereen is weggelegd. Daartussen zitten veel keuzemogelijkheden. Let er eens op. Erg ruime kleding geeft veel luchtweerstand. Zware kleding zoals een spijkerbroek geeft flink wat wrijving. Kleedt je naar het weer in plaats van naar de datum. Wielrenners weten dat je vanaf ruwweg 16 graden met een korte broek kunt fietsen en dat je vanaf een graad of 21 geen lange mouwen meer nodig hebt. Niet dat je dat meteen ook moet doen, maar als het 20 graden is hoef je geen winterkleren meer aan, ook al is het nog maart.
Als laatste: kies een prettige route
Soms heb je geen keuze. Er ligt sneeuw en alleen de hoofdwweg is sneeuwvrij gemaakt. Of je hebt nog precies 16 minuten om de trein te halen en alleen de via allerkortste route heb je nog kans dat dat lukt. In andere gevallen heb je meestal meer keuze, zeker in Zuid-Limburg waar talloze kleine wegen lopen. Vaak is een route met een kleine omweg prettiger om te fietsen omdat hij autovrij is of er in tegenstelling met een kortere route wel asfalt ligt in plaats van binnenstadskasseien. Soms is het het overwegen waard om een bepaalde route te kiezen omdat het hard waait en de route langs het bos of onderlangs de berg beschutting biedt. Op de terugweg kun je dan genieten van een forse rugwind over het plauteau.